In beantwoording van Kamervragen heeft Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) gezegd zich niet te bemoeien met toegenomen kosten voor bloemencorso’s omdat dit een lokale of regionale kwestie is. De aanleiding betreft financiële problemen bij het corso Bollenstreek wegens extra veiligheidskosten.
Voorzitter van der Zon van het bloemencorso Bollenstreek vertelde tegen de Telegraaf – ‘Regeltjes nekken corso’ – in april van dit jaar dat het corso in financieel zwaar weer verkeerd door de toegenomen veiligheidskosten.
Tegen de NOS zegt van der Zon dat het corso in 2015 85.000 euro aan extra kosten kwijt is voor veiligheidsmaatregelen. Als voorbeeld noemt van der Zon de maatregel dat de praalwagens voorzien dienen te zijn van een zwaailicht. De Bollengemeentes willen hier niet op reageren. In een schriftelijke reactie zeggen ze alleen dat “veiligheid ook regels vereist”. “Landelijk zijn de veiligheidsregels de laatste jaren aangescherpt. De politie houdt hier scherp toezicht op. De veiligheid waarborgen van deelnemers en bezoekers van het bloemencorso heeft nu eenmaal onze hoogste prioriteit.”
Naar aanleiding van het bericht in de Telegraaf heeft kamerlid Martijn van Helvert (CDA) schriftelijke Kamervragen gesteld over de toegenomen veiligheidskosten voor bloemencorso’s. Zo wilde hij weten welke feiten of omstandigheden rechtvaardigen dat strengere regels moeten worden opgelegd aan de wagens zoals die van het bloemencorso.
Schultz van Haegen laat echter weten niets te voelen voor een overleg. “Een bloemencorso is een lokaal evenement waarvoor de organisator een vergunning moet aanvragen bij de wegbeheerder. In de meeste gevallen is dat de gemeente. Wanneer er eisen worden gesteld aan de organisatie, bijvoorbeeld met betrekking tot de veiligheid, dan zijn dat eisen van de gemeente en niet van het rijk. Het rijk stelt geen expliciete eisen aan het organiseren van lokale evenementen.”
De enige uitzondering vormt de inzet van verkeersregelaars. Die moeten voldoen aan de eisen die de wet stelt aan verkeersregelaars.
Klik hier voor de complete beantwoording door de Minister »