"Het is zo mooi om hier op een zomeravond alleen in het veld tussen de bloemen te staan"
In de Augustus editie van het maandblad ‘Landleven’ werden de bloemenmannen van de corso’s in Nederland in het zonnetje gezet. Elk een eigen corso, elk een eigen verhaal.
Corsodahlia’s zijn verhaal apart
‘Als voorzitter van de bloemencommissie sta ik niet vaak op het dahliaveld, al liggen er dit jaar toevallig vier wijkvelden naast mijn kwekerij.’ aldus Niek Hooyman van corsogroep Eelderwolde uit Eelde . ‘Nu is Eelde geen honderd procent dahlia-corso, we gebruiken hier ook blad en boomschors op de wagens. Daardoor zijn er hier ook mooie groentinten op de wagens te zien, die bij andere corso’s vaak ontbreken. De dahlia’s die we kweken voor het corso zijn anders dan dahlia’s voor op de vaas. Bij snijdahlia’s is het belang- rijk dat er een flinke steel aan de bloemen zit, bij ons gaat het alleen om de bloem. We telen ook bijna uitsluitend pompomdahlia’s in een enkele kleur. Dubbelkleurige of grootbloemige dahlia’s zijn er voor het corso niet bij.’
Verslaafd aan bloemen
Pedro Brands komt uit Valkenswaard en bouwt bij buurtschap Kerkakkers. ‘Dit jaar is het veld van ons buurtschap hele- maal verregend. Na een enorme hoosbui heeft er drie dagen water op gestaan en 95 procent van de knollen is verrot. Dat betekent niet dat ik dit seizoen achterover kan leunen. Ik regel ook de in- en verkoop van de bloemen voor alle corsogroepen van Valkenswaard en daarnaast ondersteun ik andere groepen op hun velden.’ Hij verteld dat hij gemiddeld 15 uur per week op het veld te vinden is. ‘De laatste weken voor het corso ben ik er zeker veertig uur per week druk mee. Ik neem jaarlijks in het voorseizoen twee weken vakantie voor het gezin en in het naseizoen twee weken voor het corso.
Met z’n allen dat is het mooiste
‘Het is lastig om aan te geven wat er nu zo leuk aan het corso is. Het is een gevoel, een uit de hand gelopen hobby. Werken met dahlia’s, het wedstrijdelement, het samenzijn: het is een totaalplaatje. In Sint Jansklooster groei je op met de gekte rond het corso. Toen ik geboren werd, kweekte mijn oma al bloemen voor de wagens. Ik weet gewoon niet beter.’ aldus Richard van der Linde van de bloemencommissie uit St. Jansklooster. ‘Zo veel bloemen verwerken met maar zo weinig mensen, dat vind ik uniek. In de laatste weken is tachtig tot negentig procent van de inwoners van het dorp betrokken bij het corso. Is het niet met bloemen plukken of wagens versieren, dan wel door op te passen of te zorgen voor broodjes en soep voor de wagenbouwers.’
Jaarrond, tussen dahlia’s
Fons te Plate legt uit dat hij echt een hele jaar door druk is met de dahlia’s. ‘Het corsoseizoen gaat eigenlijk het hele jaar door. In januari beginnen we om dahliastekken te trekken. Na een seizoen van planten, onkruid wieden, opbinden, oude bloemen verwijderen en plukken gaan vanaf oktober de bollen weer uit de grond. Met opslaan en controleren van de knollen zijn we tot half december druk.’ Als op de tweede zondag van september de wagens door de straten van Lichtenvoorde rijden, is het volgens Fons ook de moeite meer dan waard geweest ‘Ik kan echt van het corso genieten en ben trots dat ik eraan meewerk. Het corso verbindt ons dorp.’
Vechten voor wagen van Laarheide
Egbert Herijgers is bij buurtschap Laarheide verantwoordelijk voor de bloemen. ‘Ik vind het geweldig om hier deel van uit te maken. Ik ben opgegroeid in Laarheide, ben nooit verhuisd en voel me echt met de buurt verbonden. Dat er ieder jaar een wagen van Laarheide meerijdt in het corso, daar zal ik voor vechten. Ik grap weleens tegen mijn kinderen dat ze niets ergers kunnen doen dan meebouwen aan een wagen van een andere buurtschap.’ Hij vindt het werk dan ook helemaal fantastisch. ‘Het is zo mooi om hier op een zomeravond alleen in het veld tussen de bloemen te staan: prachtig!’
Met dank aan Landleven, De website voor buitenwonen en buitenleven »
Tekst: Angela Groenbos
Fotografie: Lode Greven
bloemenmannendahliaeeldelichtenvoordest. janskloosterzundert